Twee nieuwe schilderijen uit Dongen ontdekt

Naar aanleiding van de tentoonstelling over het 19e-eeuwse kunstenaarsdorp Dongen in Stedelijk Museum Breda zijn twee nieuwe schilderijen ontdekt. Een studie van een boerderij door Karel Klinkenberg en een klein paneel van een koffiemalende boerin door August Allebé. Dankzij de publiciteit en een nieuwe publicatie over de schilders van Dongen zijn deze nog onbekende werken recent opgedoken. Ze worden toegevoegd aan de tentoonstelling De heks van Dongen – Een kunstenaarsdorp in de 19e eeuw, die t/m 26 januari 2020 te zien is in Stedelijk Museum Breda.

Karel Klinkenberg & August Allebé

Karel Klinkenberg 
Het werk van Karel Klinkenberg (1852-1924) is een kleinere versie op paneel van het schilderij Landschap met boerderij te Dongen in de museumcollectie. De afgebeelde boerderij en waterput zijn vrijwel identiek, maar de figuren en de achtergrond met koeien variëren.  Het betreft mogelijk een studie die Klinkenberg op locatie in Dongen heeft geschilderd en op basis waarvan hij later in zijn atelier het grote doek heeft uitgewerkt. Dat maakt het interessant om de twee werken nu met elkaar te kunnen vergelijken.  

Klinkenberg reisde in 1871-1872 met zijn vriend Louis Apol naar Dongen. Ze schilderden hier oude boerderijen met strodaken. Apol tekende er ook een tafereel van Klinkenberg aan het schilderen, omringd door nieuwsgierige boerenkinderen. Deze potloodtekening uit de collectie van het Rijksmuseum is eveneens te zien op de tentoonstelling in Stedelijk Museum Breda.


August Allebé 
Het kleine paneel van August Allebé (1838-1927) is een tot op heden onbekende versie van zijn schilderij Koffiemalen (Troost) uit 1869, waarop de Dongense boerin ‘Pietje Verhoef’ staat afgebeeld. Deze ‘Heks van Dongen’ heeft hij meerdere maken geportretteerd. Op de tentoonstelling is een variant te zien uit de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam. Het ontdekte schilderij is een kleinere studie uit 1867 waarvan de voorstelling licht afwijkt. De afbeelding is echter identiek aan die op een ets van Bram Steelink naar Allebé, gepubliceerd in de Kunstkronijk in 1873. Mogelijk heeft dit paneeltje tot voorbeeld gediend voor die ets. Vanwege de kleine afmeting en de losse schildertrant is het denkbaar dat Allebé het ter plekke heeft geschilderd in de boerderij van ‘Pietje Verhoef’ in de Biezen te Dongen.

De heks van Dongen 
De twee werken zijn vanaf dinsdag 17 december 2019 te zien in de tentoonstelling De heks van Dongen, waarin voor het eerst tekeningen en schilderijen uit de 19e eeuw bij elkaar gebracht die samen het fascinerende verhaal vertellen van een van de vroegste kunstenaarsdorpen van Nederland.

In deze tentoonstelling wordt werk getoond uit belangrijke collecties, waaronder die van het Rijksmuseum, het Van Gogh Museum en het Mauritshuis. Ook zijn er bruiklenen uit Israël, Australië en Duitsland.
In de 19e eeuw trekken kunstenaars als August Allebé, Jozef Israëls, Max Liebermann, Albert Neuhuys en Suze Robertson naar het Brabantse dorp Dongen. Te midden van inlandse duinen,

landerijen en donkere bossen vinden ze traditionele boerderijen en hun bewoners, en ambachtslieden zoals wevers en schoenmakers.
De schilders logeren voor korte of lange tijd in de herberg van vrouw Muskens. Gaandeweg raakt Dongen steeds bekender bij kunstenaars uit de wijde omtrek. Ook vormt het een inspiratiebron voor andere schilders. Vincent van Gogh ontleent het thema van ‘De Aardappeleters’ aan een van de Dongense schilderijen van Jozef Israëls.
Een oude boerin, Pietje Verhoef, wordt voor de schilders een geliefd model. Ze had een kromme rug en tandeloze mond en droeg eenvoudige, verstelde kleren. Ze portretteren haar veelvuldig, aan het spinnenwiel, sjouwend met een takkenbos. Vanwege haar zonderlinge verschijning beelden ze haar ook af als waarzegster of als heks.

De heks van Dongen is te zien t/m 26 januari 2020 in Stedelijk Museum Breda. Meer informatie vind je hier.